Pedagogische taak als leerkracht

Een leerkracht moet naast zijn opdracht van lesgeven ook  een vertrouwenspersoon zijn. Leerlingen moeten het gevoel hebben bij een leerkracht terecht te kunnen met hun vragen. Deze kunnen te maken hebben met de les, maar ook met hun welbehagen op school en in de klas. Hierdoor heb je als leerkracht aandacht voor de leerling als persoon, die eventueel kunnen worstelen met identiteitsvragen, problemen thuis en/of school. Een leerling die zich goed voelt, zal ook gemotiveerder zijn in de klas.
Wanneer een leerling je als vertrouwenspersoon aanspreekt over een probleem vind ik het ook belangrijk dat je als leerkracht die meedeelt aan de collega’s. Op deze manier kan met deze problemen rekening gehouden worden zonder dat de leerling het verhaal meermaals moet vertellen.

Tijdens een les moet een leerkracht streng maar rechtvaardig optreden.

Een mop, een lach, moet zeker kunnen. Maar als leerkracht moet je duidelijk maken wanneer het er ernstig aan toe moet gaan. Door consequent te handelen, zal er een wederzijds respect worden opgebouwd. Hierdoor leren leerlingen ook omgaan met (gedrags)regels.
Door deze houding wil ik werken aan een goeie klassfeer. Dit is een vaak vergeten, maar belangrijk element bij het lesgeven. Een klas die goed samenhangt, zonder groepjes, zorgt voor een goed gevoel en zal leerlingen motiveren om actief deel te nemen aan de les.  

Binnen cultuurwetenschappen komt waardevorming heel expliciet voor. Er zijn immers eindtermen geformuleerd rond waarden en normen binnen het vak cultuurwetenschappen.

In het leerplan van het GO! onderwijs vind je de doelstelling dat leerlingen opvattingen over de mens en over de gelijkwaardigheid van mensen moeten kunnen herkennen. Een ander voorbeeld van een doelstelling rond waardenvorming is dat leerlingen hun eigen waarden kunnen vergelijken en afwegen ten opzichte van maatschappelijk belangrijk geachte waarden.

Impliciete waardenvorming gebeurt door het gedrag van de leerkracht in relatie met zijn leerlingen. Zoals hierboven beschreven is een consequent, streng maar rechtvaardig gedrag belangrijk. Daarnaast zorgen de vele samenwerkingsvormen die toepasbaar zijn binnen cultuurwetenschappen ervoor dat leerlingen leren respectvol samen te werken. Ze leren omgaan met hun eigen en elkaars sterktes en werkpunten, verschillende manieren van werken en visies.